Een zaterdagavond in april, uitwaaien aan de Reeuwijkse Plassen en woorden vinden. Voor nu en verder..
Klinkend goudgeel kerft het wenkend licht
blauwe vlekken in mijn kijken
het water golft silhouetten van de wind
een meeuw doorkrijst de wolkenflarden hemel
Een kille luchtstroom buigt het oude riet
onder de roodgele schemer verduistert
het nieuwe groen een belofte
Als regenbooglamellen zinderen de plassen
en sluit het lied de dag de ogen,
zilver witgeel zakt het licht
in onbekende verten
,