Het laatste poësymfoniedeel in enkele maten. Bij werk van James Whistler.
Wild herausfahrend
Om mijn vleugels uit te vouwen
en de stormen te bevoelen
meegedragen over zeeën
op thermieken
verder dan mijn zien of denken
vliegen en vertrouwen
golfspatten voelen koud
zoute druppels schrijnend leven
om aangeraakt te worden
door de wolken door oneindig
aangeraakt te worden door jou
Langsam
zienderogen staar ik in ongeziene vertes
over grenzen groene wouden
verder dan de tijd
de vensters die mij scheidden
de wereld knipoogt open
de bloesem op mijn wang
ik maak mij op. Vitrage
wappert zachtjes
in de wind
Allegro energico
De lucht -mijn adem- zindert
door warme zonnestralen
regenbogen palet van kleuren
buigen zich door de kwasten
-mengen melancholie en tint
mengen zich tot mij
een samenbindend wit
Langsam