Psalm 86 klinkt uit de diepte, waar de scherven op de grond liggen, snippers verstrooid en het licht slechts kiert…. Het tweede deel van vers 11 in enkele vertalingen: “vervul mijn hart met ontzag voor uw naam” (NBV), “maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen” (HSV) , “verenig mijn hart om uw naam te vrezen” (NBG). Hoe één worden als alles gebroken is?
Raakt me, dank je! Bijeengeveegde scherven zijn nog geen mozaïek, dat vraagt inderdaad nog heel wat meer. Doet me aan Julie Miller denken ‘broken things’. En het ‘mag ik weer klinken voor mijn stemmer’ doet me denken aan een gedicht dat mij heel erg raakt – weet niet zo snel van wie – over een boom ‘zoals mijn litteken zing ik. mijn litteken is mijn sierraad’. Gebrokenheid sluit vruchtbaarheid gelukkig niet uit, verdiept het misschien zelfs? Lieve groet in verbondenheid. Marja.
Even gegoogled: het boomgedicht is van Sybren Polet.
Zoveel als deze boom heb ik nooit beloofd:
mijn schaduw is minder,
mijn nutteloze insekten tieren weliger,
geen konijnen nestelen aan mijn voet.
Wel is mijn schors schor en hees
en ik overschreeuw mijzelf dagelijks met kinderen en bladeren.
Traag en moeizaam is mijn ringen
en even moeizaam wen ik aan het snoeien van handen,
de taal die mensen spreken.
Uit mijn hout worden geen goden gesneden,
ook zonder hen wordt mijn hout ouder.
Soms is het in mijn merg zo onophoudelijk donker
als in het windstil centrum van een ziekte;
je hoort er mensen als marmotten piepen
diep uit de zwartste zwammen van hun menszijn.
Maar jij die uit dit hout een stem wilt snijden,
snijdt een stem. Zoals mijn litteken is zing ik.
Mijn litteken is mijn sieraad.
—————————————————
Uit de bundel ‘Lady Godiva op scooter’ (1960)
Schrijver: Sybren Polet