Psalm 41 raakt me in twee strofes die zo herkenbaar zijn: 1) de mooie woorden die gesproken worden in het bijzijn van iemand en de woorden in zijn of haar afwezigheid en 2) een vriendschap die blijkbaar wendingen kan krijgen. De “heilige” boosheid van David voel ik niet zo aan… voor mij liggen er eerder vragen dan verwensingen. Het vertrouwen op God als bodem van dit alles, deel ik van harte! Laat ons opstaan en practice what we preach…
,
Die at van mijn brood
mijn leven deelde
een puzzelstuk in mijn hand
Die dronk uit mijn beker
geperste druiven smaakte
het gedeelde lot één richting
onomwonden verband
Die zat aan mijn tafel
naast vraagtekens en lach
en wij de jaloezieën open draaiden
om te wenden “Ree!”
en gingen overstag
.
Welk keerpunt gemist
verloor ik mijn reisgenoot
zuidwaarts gaand zag ik hem
in de noordpool van de dag
in het hart, uit gebroken oog
Toon mij de gekruiste wegen
en het woord dat vele malen
zwaarder woog
mijn puzzelstuk en metgezel
Zeven maal zeventig
en ik verloor de tel
,
Geef een reactie